Regeling vervallen per 15-07-2022

Beleidsregels voor toepassing van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Arnhem 2003

Geldend van 05-01-2012 t/m 14-07-2022

Intitulé

Beleidsregels voor toepassing van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Arnhem 2003

Artikel 1. Parkeernorm

Voor het bepalen van de parkeernorm ingevolge artikel 2.5.30, eerste lid, van de Bouwverordening gemeente Arnhem 2003 wordt gebruik gemaakt van de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 1 van deze beleidsregels.

Voor de maatvoering van parkeerplaatsen wordt op deze plaats verwezen naar het tweede lid van artikel 2.5.30, naar publicatie ASVV van het CROW voor straatparkeervoorzieningen, NEN 2443 voor parkeerterreinen en parkeergarages en het handboek voor Toegankelijkheid.

Artikel 2. Ontheffing van de parkeernorm

  • 1.

    Uitgangspunt van artikel 2.5.30 is dat de aanvrager van een bouwvergunning er alles aan doet om de parkeereis op eigen terrein te realiseren. Onder eigen terrein wordt in dit verband verstaan het terrein dat bij het te (ver)bouwen gebouw hoort. Wanneer de aanvrager echter met gegronde redenen kan aantonen dat realisering van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein niet mogelijk is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten om ontheffing van de parkeereis te verlenen.

    Een ontheffing wordt geweigerd als het bouwplan zodanig gewijzigd kan worden dat alsnog wordt voldaan aan artikel 2.5.30, eerste lid, van de Bouwverordening.

    Wanneer de aanvrager met gegronde redenen kan aantonen dat dit feitelijk en/of economisch gezien redelijkerwijs niet mogelijk is kan ontheffing worden verleend als bedoeld in het tweede lid van dit artikel.

  • 2.

    Het vierde lid van artikel 2.5.30 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid ontheffing te verlenen van de parkeernorm. Ontheffing kan worden verleend in de volgende gevallen:

    • a.

      Het voldoen aan de parkeernorm stuit door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren. Hiervan is sprake als aanvrager met gegronde redenen kan aantonen dat het voldoen aan de parkeernorm feitelijk en/of economische gezien redelijkerwijs onmogelijk is en het belang dat wordt gediend met het voldoen aan de norm niet onevenredig wordt aangetast;

    • b.

      er wordt op andere wijze in de nodige parkeer- en stallingsruimte voorzien. Dit is het geval wanneer:

      - de benodigde parkeer- of stallingsruimte in een naburige stallingsruimte binnen een loopafstand van maximaal 500 meter wordt gerealiseerd, hierbij gaat het om kleinschalige nieuw-of verbouwplannen in de bestaande stad, of:

      - het om bouwplannen gaat waarbij openbare parkeerplaatsen op een aaneengesloten grondgebied deel uitmaken van het bouwplangebied, hierbij gaat het om grootschalige nieuwbouwprojecten waarbij de benodigde parkeerplaatsen binnen een loopafstand van maximaal 30 meter worden gerealiseerd, of:

      - voor een bouwplan in het verleden parkeerplaatsen in het openbare gebied zijn aangelegd, maar alleen wanneer de aanvrager kan aantonen dat het reëel is dat de parkeerplaatsen aan het plan kunnen worden toegerekend, of:

      - er voldoende ruimte op de openbare weg aanwezig is om de parkeerdruk op te vangen. Voor de beoordeling van het opvangen van de parkeerdruk op de openbare weg wordt indien nodig gebruikt gemaakt van de methode ‘parkeerbalans’ uit publicatie 182 “Parkeerkencijfers – Basis voor parkeernormering” of volgende publicaties van het CROW.

  • 3.

    Wanneer op een andere wijze aan de parkeernorm wordt voldaan dan op eigen terrein, dient nauwkeurig aangegeven te worden hoe dit gebeurt. Indien een aanvrager binnen een loopafstand van 500 meter parkeerplaatsen compenseert dient de aanvrager een koopovereenkomst met betrekking tot deze parkeerplaatsen te overleggen, waarbij het gebruik van deze parkeerplaatsen niet gekoppeld mag zijn aan een ander gebouw.

  • 4.

    Het nemen van een abonnement met een duur van minimaal 10 jaar in een gebouwde permanente parkeervoorziening binnen een loopafstand van 500 meter wordt geaccepteerd als mogelijkheid tot het op andere wijze voldoen aan de parkeerverplichting.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Bijlage 1 Parkeernormen

Tabel 1: Parkeernormen

In deze bijlage zijn de parkeernormen opgenomen als bedoeld in artikel 2.5.30 van de bouwverordening. Het aandeel bezoekers is opgenomen in de normen.

Functie

Norm

Wonen

Rijwoning

1,5/woning

Half vrijstaande, vrijstaande woning

1,8/woning

Appartement met gebruiksoppervlakte tot 75 m2

1,0/appartement

Appartement met gebruiksoppervlakte van 75 tot en met 120 m2

1,3/appartement

Appartement met gebruiksoppervlakte vanaf 120 m2

1,6/appartement

Kamerverhuurbedrijf (gemeenschappelijke keuken en badkamer)

0,6/kamer

Serviceflat/aanleunwoning

0,7/wooneenheid

Verpleeg- en verzorgingshuis

0,4/wooneenheid

Detailhandel

Norm

Binnenstad (binnen Rijn, Buitensingels, incl. Arnhem Centraal, Bergstraat, Coehoornstraat en Roermondsplein)

Geen norm.

Bezoekers gebruiken bestaande parkeerplaatsen

Winkelcentrum Presikhaaf

3,5/100 m² b.v.o.

Centrum Zuid/Kronenburg

3,5/100 m² b.v.o.

Nieuwe plaatsen alleen in gebouwde voorzieningen

Winkel wijk, buurt

3,0/100 m² b.v.o.

Grootschalige detailhandel vestiging (GDV = winkelcentrum aan de rand van de stad). Dit zijn winkels met een oppervlak groter dan 1.500 m². Grootschalige detailhandel heeft oppervlakte als selectiecriterium. Op GDV-locaties kunnen in één pand meerdere bedrijven zijn gevestigd. Alle producten zijn mogelijk

6,5/100 m² b.v.o.

Kantoren & bedrijven en bedrijfsterreinen (zie bijlage 2)

Minimaal

waarvan

Max. op maaiveld

Centrummilieu (binnen singels en Rijn, incl. Arnhem Centraal noord en incl. buitensingels)

· Kantoren

1/250 m² b.v.o.

1/1000 m² b.v.o.

Vestigingsmilieus kantoren en bedrijven (Velperweg, Arnhems Buiten, IJsseloord 2, stationsgebied Arnhem Zuid, omgeving winkelcentra Presikhaaf, Centrum Zuid/Kronenburg[1])

· Kantoren

· Bedrijfsruimten

· P.D.V. [2].

1/125 m² b.v.o.

1/50 m² b.v.o.

1/30 m² b.v.o.

1/125 m² b.v.o.

1/50 m² b.v.o.

1/30 m² b.v.o.

Bedrijfsterreinen (Rijkerswoerd, Overmaat, Bakenhof, IJsseloord 1, Westervoortsedijk en het Broek

· Bedrijfsruimten (incl. kantoorruimten behorende bij de bedrijfsfunctie)

· P.D.V.

1/50 m² b.v.o.

1/30 m² b.v.o.

Geen beperking.

Geen beperking

Bedrijfsterreinen (Kleefse Waard en Koningsplei).

Bedrijfsruimten (incl. kantoorruimten behorende bij de bedrijfsfunctie)

Parkeernormen volgens bestemmingsplan

(Hierin is opgenomen dat afwijkingen zijn toegestaan in geval van parkmanagement)

Gemengd milieu (woonwijken)

· Kantoren

· Bedrijfsruimten

1/50 m² b.v.o.

1/50 m² b.v.o.

1/50 m² b.v.o.

1/50 m² b.v.o.

Cultureel en maatschappelijk

Norm

Cultureel centrum, wijkgebouw

2,0/100 m² b.v.o.

Vergader-, congres-, beursgebouw,

Evenementenhal

8,0/100 m² b.v.o.

Bioscoop, theater, schouwburg (centrum)

0,15/zitplaats

Museum en bibliotheek (centrum)

0,4/100 m² b.v.o.

Hotel binnenstad en wijken rondom binnenstad

0,5/kamer

Hotel in overige delen van de stad

1,0/kamer

Restaurant (buiten centrum)

13,0/100 m² b.v.o.

Café, bar, discotheek, cafetaria (buiten centrum)

6,0/100 m² b.v.o.

Dansstudio, sportschool

3,5/100 m² b.v.o.

Squashbaan

1,5/baan

Tennisbaan

2,5/baan

Sporthal

2,5/100 m² b.v.o.

Sportveld

20,0/ha.

Zwembad

10,0/100 m² bassin

Manege

0,5/box

Volkstuin

0,3/perceel

Kerk, moskee, religiegebouw

0,15/zitplaats

Begraafplaats, crematorium

30,0/eenheid (gelijktijdige begrafenis, crematie)

Medisch

Arts, maatschap, kruisgebouw, therapeut

1,7/behandelkamer

(min. 3 parkeerplaatsen)

Ziekenhuis

1,6/bed

Onderwijs

Peuterspeelzaal, dagverblijf, crèche

1,0/100 m² b.v.o.

Basisonderwijs

1,0/leslokaal

Voortgezet onderwijs Vbo, HAVO, VWO)

1,0/leslokaal

Avondonderwijs

0,8/student

Beroepsonderwijs (MBO, ROC, WO, HBO)

6,0/leslokaal

[1] Uitgangspunt is dubbelgebruik parkeerplaatsen en parkeren in een centrale gebouwde voorziening.

[2] Betreft detailhandel die op locaties buiten de normale winkelcentra zijn toegestaan. Bedrijven mogen op bedrijventerreinen worden gevestigd. Vanwege aard en omvang van de gevoerde artikelen hebben deze bedrijven een groot oppervlak (minimaal 1.000 m²). Selectiecriterium betreft branchering: bijvoorbeeld auto’s, boten, tuincentra, bouwmarkten en keukencentra.

Opmerkingen bij de tabel:

  • 1.

    Van het voor de bestemming noodzakelijke aantal parkeerplaatsen moet het aandeel ten behoeve van de bezoekers bestaan uit openbare parkeerplaatsen of parkeerplaatsen die voor bezoekers bereikbaar zijn. Deze regel geldt niet voor de binnenstad (gebied tussen de Rijn, de buitensingels, Willemsplein, Nieuwe Plein). Hier kunnen bezoekers gebruik maken van de betaald parkeerplaatsen. Parkeernormen mogen hier met het bezoekersaandeel worden verlaagd.

  • 2.

    Bij nieuwbouwplannen waarbij openbare parkeerplaatsen op een aaneengesloten grondgebied deel uit maken van het bouwplangebied, geldt voor de aan woningen toe te rekenen parkeerplaatsen een maximale loopafstand van 30 m.

  • 3.

    In het kernwinkelgebied hoeven voor het in de bestaande bebouwing realiseren van woningen boven winkels, geen parkeerplaatsen aangelegd te worden (zie bijlage 3). Als er nieuwe woningen worden gerealiseerd, zoals op het Gele Rijdersplein, moet voor deze uitbreiding de norm volgens tabel 1 worden gehanteerd.

  • 4.

    Voor het bepalen van het benodigde aantal parkeerplaatsen in nieuwe woonbuurten (>15 woningen) moet voor de berekening worden uitgegaan van de volgende uitgangspunten:

    - oprit zonder garage, tuinparkeerplaats = 0,5 pp

    - garage met oprit = 1,0 pp

    - garage zonder oprit = 0,40 pp

    - carport = 0,85 pp

    - parkeerplaats in het openbare gebied = 1,0 pp

  • 5.

    Wanneer twee of meer functies van dezelfde parkeervoorzieningen gebruik kunnen maken mag rekening worden gehouden met aanwezigheidspercentages volgens CROW richtlijnen.

  • 6.

    Voor het aantal parkeerplaatsen voor halen en brengen met de auto bij kinderdagverblijf en basisschool, geldt de volgende rekenregel:

    Groep 1 t/m 8

    Aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,25 x 0,75

    +

    Kinderdagverblijf

    Aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,25 x 075

    =

    Totaal aantal parkeerplaatsen voor halen en brengen.

    Het percentage leerlingen dat met auto wordt gebracht en gehaald ligt tussen de 1% en 60%; is onder meer afhankelijk van stedelijkheidsgraad, stedelijke zone en de gemiddelde afstand naar school.

    Gemiddeld ligt het percentage op:

    - groepen 1 t.m 8: 20 - 60%

    - kinderdagverblijf: 50 - 80%

  • 7.

    Bij de berekeningen in de stadsuitbreidinggebieden wordt uitgegaan van 25% parkeren op eigen terrein. als het parkeren meer dan voor 25 % op eigen terrein plaatsvindt dan wordt de norm verhoogd. Bij iedere 10% meer parkeren op eigen terrein (boven de 25%), wordt de parkeernorm met 0,05 verhoogd en afgerond. Zo geldt, uitgaande van de norm voor Rijwoning:

    Parkeernorm 1,5 bij 25% parkeren op eigen terrein

    Bij 35% parkeren op eigen terrein parkeernorm 1,6

    Bij 45% parkeren op eigen terrein parkeernorm 1,6

    Bij 55% parkeren op eigen terrein parkeernorm 1,7

    Bij 65% parkeren op eigen terrein parkeernorm 1,7

    Bij 75% parkeren op eigen terrein parkeernorm 1,8

  • 8.

    De gemeente Arnhem heeft, voordat deze Beleidsregels van kracht werden, bij een aantal projecten met initiatiefnemers afspraken gemaakt over de toe te passen parkeernormen. Dit kunnen zowel privaatrechtelijke afspraken, als afspraken (parkeernormen) zijn die in een bestemmingsplan zijn opgenomen.

    - Privaatrechtelijke afspraak: Het gaat hierbij om afspraken in de vorm van het door het college of raad als randvoorwaarde bij een project meegeven van parkeernormen.

    - Via een bestemmingsplan: Het gaat hierbij om plannen waarbij in het bestemmingsplan de parkeernormen zijn opgenomen.

    Uitgangspunt is dat zowel de privaatrechtelijke als publiekrechtelijke afspraken met initiatiefnemers over de te hanteren parkeernormen, gerespecteerd worden. Dit geldt zowel bij de verhoging van de parkeernormen in de beleidsregels als bij wijziging van een bestem-mingsplan.

    Concreet betekent dit:

    - Bij privaatrechtelijke afspraken wordt de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen getoetst aan de bepalingen uit de Bouwverordening. Het college kan bij de bouwaanvraag hiervan afwijken in verband met hogere parkeernormen uit de beleidsregels.

    - Bij publiekrechtelijke afspraken over locaties waarbij de parkeernorm in het bestemmingsplan is opgenomen, kan bij tussentijdse wijziging van het bestemmingsplan met hogere parkeernormen op het punt van parkeernormen worden afgeweken van de hogere parkeernorm via de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsbepaling.

    In bijlage 4 wordt aangegeven bij welke lopende projecten met inititiatiefnemers afspraken zijn gemaakt over de te hanteren parkeernormen.

Bijlage 2 Centrum, kantoren & bedrijven en bedrijfsterreinen

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Kernwinkelgebied

Overzicht van het deel van de binnenstad waarbij voor het in de bestaande bebouwing realiseren van woningen boven winkels, geen parkeerplaatsen aangelegd hoeven te worden.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 Projecten

Hieronder zijn de lopende projecten aangegeven waarbij afspraken zijn gemaakt over de toe te passen parkeernormen.

  • ·

    Saksen Weimar

  • ·

    Coberco

  • ·

    Fluvium en Groot Rijnwijk

  • ·

    Vredenburg

  • ·

    Statenlaan (verzorgings-verpleeghuis)

  • ·

    Arnhem-Centraal

  • ·

    Schuytgraaf

  • ·

    Oostlocaties

  • ·

    Leidenweg west

  • ·

    Presikhaaf

  • ·

    Merwedestraat

  • ·

    Wassenaarweg

  • ·

    Rijksweg-west

  • ·

    Stadsblokken Meinerswijk

  • ·

    Rijnboog

  • ·

    Tuin van Elden

  • ·

    Weverstraat

  • ·

    Gaardenhaage

  • ·

    Braamweg

  • ·

    Malburgen

  • ·

    Kleefsewaard/Koningsplei Noord

  • ·

    Akzo Velperparc

  • ·

    Arnhems Buiten

  • ·

    Hoogstede – Klingelbeek

  • ·

    Spijkerbroek

  • ·

    Spijkerdeel (panden Spijkerstraat langs spoor)

  • ·

    Hemonylaan

  • ·

    Zwaluwstraat