Regeling vervallen per 24-12-2013

Verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behore

Geldend van 03-07-2008 t/m 23-12-2013

Intitulé

Verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behore

De raad van de gemeente Cuijk;

 

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2008;

 

gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

 

gelet op de resultaten van het overleg met de buurgemeenten en van de inspraakprocedure;

 

gelet op de door hem bij besluit van 30 juni 2008 vastgestelde gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij;

 

b e s l u i t:

vast te stellen de verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven:

Verordening geurhinder en veehouderij Cuijk 2008. 

Artikel 1 begripsbepaling

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

  • b Wet: de Wet geurhinder en veehouderij;

  • c Geurbelasting: de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid;

  • d Geurgevoelig object: zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

  • e Odour units (ouE/m3; P98): Geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

Artikel 2 aanwijzing gebieden

  • 1 Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 1, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied: het gehele grondgebied van de gemeente Cuijk;

  • 2 Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 3, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied: het gehele grondgebied van de gemeente Cuijk;

  • 3 Het gebied als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte Gebiedsvisie 2008 en bijbehorende kaarten (gebiedsindeling en geurhinder);

  • 4 Voor de gebiedsindelingen zoals onderscheiden in de artikelen 3 en 4 van deze verordening wordt verwezen naar de in het derde lid genoemde Gebiedsvisie 2008.

Artikel 3 waarden voor de geurbelasting

  • 1 Op grond van artikel 6 lid 1 van de Wgv en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening:

  • 2  

    A

    (Toekomstige) bebouwde kommen en bedrijventerreinen (licht)

    3 Odourunits;

    B

    Gebied De Messemaker in de kom van Cuijk

    3,5 Odourunits;

    C

    Extensiveringsgebieden met primaat overig en Waterpark Dommelsvoort (tenzij ingedeeld onder A)

    5,0 Odourunits;

    D

    Bouwplan Oost Vianen

    6,0 Odourunits;

    E

    Bedrijventerreinen (zwaar)

    14,0 Odourunits;

    F

    Verwevingsgebieden

    14,0 Odourunits;

    G

    Landbouwontwikkelingsgebieden

    14,0 Odourunits;

     

     

    Zie de bij deze verordening behorende normenkaart, waarop bovenstaande gebieden staan weergegeven.

Artikel 4 andere waarde voor de vaste afstanden

  • 1 Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3, tweede lid of artikel 4 van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object dat onderdeel heeft uitgemaakt van een veehouderij:

  • a Binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;

  • b Buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

Artikel 5 andere waarde voor de vaste afstanden

  • 1 Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wgv en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld”, en een geurgevoelig object:

  • a Binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;

  • b Buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter;tot aan een maximum van 300 stuks rundvee, naast eventueel bijbehorend jongvee.

Artikel 6 citeertitel

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als de

    “Verordening geurhinder en veehouderij Cuijk 2008”. 

Artikel 7 in werkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 3 juli 2008;

     

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 30 juni 2008.
De griffier, De voorzitter,
 
 
 
C.G.W.M Selman,                      L.M. Schoots,griffier                                          burgemeester