Regeling vervallen per 01-09-2022

Verordening Leefbaarheidsfonds Gemeente Aa en Hunze

Geldend van 26-05-2011 t/m 31-08-2022

Intitulé

Verordening Leefbaarheidsfonds Gemeente Aa en Hunze

De raad van de gemeente Aa en Hunze;

In aanmerking nemende dat het initiatiefvoorstel van de raadsfracties van het CDA, Groen Links en de Combinatie GemeenteBelangen tot instelling van een Leefbaarheidsfonds, ter stimulering en versterking van de leefbaarheid in de gemeente Aa en Hunze, d.d. 16 februari 2011 is aangenomen;

Gelet op de Gemeentewet en het Reglement van Orde van de raad van de gemeente Aa en Hunze;

besluit:

de Verordening Leefbaarheidsfonds Gemeente Aa en Hunze vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Fonds: het Leefbaarheidsfonds gemeente Aa en Hunze bedoeld in artikel 2;

  • b.

    Wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Leefbaarheid: de kwaliteit van de directe woon- en leefomgeving van inwoners

  • d.

    Gedeelte van de gemeente: een kern, wijk, buurt, straat of deel van een straat

Artikel 2. Instelling leefbaarheidsfonds.

Er is een fonds, genaamd: Leefbaarheidsfonds gemeente Aa en Hunze.

Artikel 3. Doelstelling Leefbaarheidsfonds.

De doelstelling van het fonds is het op aanvraag verstrekken van subsidies ter stimulering en ondersteuning van lokale activiteiten, projecten en (instandhouding van) voorzieningen, die een bijdrage leveren aan het behoud of de verbetering van de leefbaarheid in de gemeente Aa en Hunze.

Artikel 4. Reikwijdte verordening

Deze verordening is niet van toepassing op:

  • 1.

    Activiteiten die op basis van de algemene subsidieverordening voor subsidiëring in aanmerking komen.

  • 2.

    Professionele instellingen die een vaste (budget)subsidierelatie met de gemeente hebben.

Artikel 5. Subsidieverlening.

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt jaarlijks door de raad vastgesteld.

  • 2.

    Voor elk kalenderjaar is voor het subsidiëren van initiatieven het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor het betreffende kalenderjaar is vastgesteld. Ten laste van dit bedrag worden de aanvragen toegekend op basis van de volgorde waarin zij bij de gemeente zijn binnengekomen.

  • 3.

    Voor een bijdrage uit het Leefbaarheidfonds gelden geen vaste aanvraagdata.

  • 4.

    Bijdragen uit het Leefbaarheidsfonds zijn in principe eenmalig. Zij kunnen evenwel voor een meerjarig project worden toegekend.

Artikel 6. Bevoegdheden van het college en voorwaarden voor subsidieverlening

  • 1.

    Het college is bevoegd ten laste van het fonds op aanvraag subsidie te verlenen indien een aanvraag voldoet aan de volgende vier voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten of het project waarvoor subsidie wordt gevraagd dragen naar het oordeel van het college in voldoende mate bij aan de doelstelling van het fonds als verwoord in artikel 3;

    • b.

      de aanvraag om subsidie geeft naar het oordeel van het college in voldoende mate blijk van zelfwerkzaamheid, een eigen financiële bijdrage en/of cofinanciering;

    • c.

      de aanvraag wordt gesteund door tenminste 10 bewoners in dat gedeelte van de gemeente waar de aanvraag betrekking op heeft.

    • d.

      er geen subsidie kan worden verleend op grond van een andere gemeentelijke regeling.

  • 2.

    Indien de subsidieaanvraag naar het oordeel van het college niet of niet in voldoende mate blijk geeft van zelfwerkzaamheid, een eigen financiële bijdrage, of cofinanciering is het college bevoegd de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk te weigeren.

  • 3.

    Indien het verlenen van een subsidie strijdig is met vastgesteld gemeentelijk beleid zal het college het verzoek afwijzen of, in bijzondere gevallen, ter besluitvorming voorleggen aan de raad.

  • 4.

    Het college kan voor de indiening van een aanvraag tot verlening en vaststelling van de subsidie een formulier vaststellen.

  • 5.

    Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere regels te stellen.

Artikel 7. De aanvraag.

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie voor initiatieven kan alleen worden ingediend door vrijwilligers of een vrijwilligersorganisatie (vereniging of stichting) binnen de gemeente Aa en Hunze.

  • 2.

    De aanvraag moet geschieden voor de aanvang van het initiatief.

  • 3.

    De aanvrager overlegt bij de aanvraag in elk geval de volgende bescheiden:

    • a.

      Het initiatiefplan;

    • b.

      Een bijbehorende begroting;

    • c.

      Inzicht in de eigen financiële bijdrage en eventuele cofinanciering;

    • d.

      De mate van zelfwerkzaamheid;

    • e.

      De hoogte van het gevraagde subsidiebedrag;

    • f.

      Een motivering waaruit blijkt dat aan de doelstelling van het Leefbaarheidsfonds wordt voldaan.

Artikel 8. Hoogte van de subsidie.

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de totale kosten;

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 25.000,-- per initiatief.

Artikel 9. Voorschotten op de subsidie.

Het college kan voorschotten verstrekken op de subsidie.

Artikel 10. Vaststelling en verantwoording van de subsidie.

  • 1.

    Binnen 8 weken na realisatie van het initiatief verstrekt de aanvrager een inhoudelijke en financiële verantwoording en dient een aanvraag tot vaststelling van de definitieve subsidie in.

  • 2.

    Indien de aanvrager niet binnen de gestelde termijn van 8 weken een aanvraag tot vaststelling heeft ingediend, kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen.

  • 3.

    Het college stelt binnen 8 weken, na de aanvraag om vaststelling, de subsidie definitief vast.

  • 4.

    Het college kan een verleende subsidie lager vaststellen, indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b.

      de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste en/of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag op subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist, of behoorde te weten.

Artikel 11. Inwerkingtreding.

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Leefbaarheidsfonds Aa en Hunze en treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op 13 april 2011.
De griffier, De voorzitter,
T. Santes Drs. H.F. van Oosterhout