VERORDENING van den 7den October 1932, betreffende het tegengaan van rookverspreiding en roetblazen in het eerste of stadsdistrict en de haven op het eiland Curaçao

Geldend van 26-05-1948 t/m heden

Intitulé

VERORDENING van den 7den October 1932, betreffende het tegengaan van rookverspreiding en roetblazen in het eerste of stadsdistrict en de haven op het eiland Curaçao

Artikel 1

Het is de bewoner/gebruiker van een gebouw, opstal of werktuig, zomede de schipper van een vaartuig verboden op het eiland Curaçao binnen het eerste of stadsdistrict, zoomeden in de haven in de haven, uit zijn gebouw, opstal, werktuig of het door hem gevoerde vaartuig dichten rook te verspreiden en/of roet te blazen.

Artikel 2

xxx

Artikel 2

In deze verordening wordt verstaan onder:

,,dichte rook” rook waar men niet doorheen kan zien op het oogenblik, dat hij den schoorsteen of de pijp verlaat;

,,eigenaar” ook de beheerder en de gebruiker, en voorts ieder, die krachtens eenig zakelijk recht, bezit daaronder begrepen beschikking over eenig goed heeft;

,,haven” de St. Annabaai, het Waaigat, het Rifwater en Saquito.

“roetblazen”, het door middel van stoom of lucht losblazen en naar de buitenlucht afvoeren van roetdeeltjes of verbrandingsresten, vastgehecht in of aan de omtrek van pijpen of enig ander door verbrandingsgassen bestreken gedeelte van een stoom- of ander toestel door hetwelk verbrandingsgassen worden gevoerd.

Indien een rechtspersoon als eigenaar in den zin dezer verordening moet worden beschouwd, wordt een verplichting of een verbod in deze verordening ten aanzien van eigenaars voorkomende. Geacht opgelegd of gesteld te zijn aan de leden van het Bestuur van dien rechtspersoon.

Artikel 3

Overtreding van artikel 1 dezer verordening wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verloopen, sedert eene vroegere veroordeeling van den schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden of de geldboete vrijwillig is betaald, kan geldboete tot het dubbel van het gesteld maximum worden uitgesproken. De feiten in dit artikel bedoeld, worden als overtreding.

Artikel 4

Onverminderd het bepaalde bij artikel 3 kan de Havenmeester bij overtreding van artikel 1 een vaartuig een andere ligplaats, desnoods buiten de St. Annabaai, aanwijzen

Artikel 5

Met het toezicht op de naleving der bepalingen van- en met het opsporen van overtredingen van deze verordening zijn belast de technisch ambtenaar bij het Stoomwezen, de technisch ambtenaar, chef van de Gouvernements werkplaats, machinist bij den Landswatervoorzieningsdienst op Curaçao en andere door den Gouverneur aan te wijzen personen.

De ambtenaren in het voorgaande lid bedoeld, hebben in de uitoefening van het hun opgedragen toezicht, met de hen vergezellende personen, te allen tijde vrijen toegang tot alle plaatsen en vaartuigen, waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat in strijd met deze verordening wordt gehandeld.

Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich dien desnoods met inroeping van den sterken arm.

Is de plaats tevens eene woning of is de plaats of het vaartuig alleen door eene woning toegankelijk, dan treden, zij deze tegen den wil van den bewoner niet binnen dan op algemeenen of bijzonderen schriftelijken last van den betrokken ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kantongerecht of op een bijzonderen schriftelijke last van een hulp-officier van Justitie, en niet dan in tegenwoordigheid van dien ambtenaar of van een hulp-officier van Justitie.

Van dit binnentreden wordt door hen proces-verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal 24 uren aan dengene, wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt medegedeeld.

Artikel 6

Deze verordening zal in de Engelsche en in de Engelsche en in de Spaansche talen vertaald en tegen betaling algemeen verkrijgbaar gesteld worden.